Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En alle aarden vat, [31]waarin [iets] van dezelve zal gevallen zijn, al wat daarin is, zal onrein zijn, en gij zult dat breken. 31. Hebreeuws, dat vallen zal uit hetzelve in zijn midden; dat is, in welks midden van het vat, of waarin iets dezer onreine dieren zal gevallen zijn, hetzij die dood of levend waren. Want zij mochten geenszins aangeroerd worden.